Ik stuitte tijdens mijn onderzoek op de website: http://www.letterfontein.nl/tekeningtotfont.html
Hier geven ze heel duidelijk uitleg over waar je op moet letten. Ze gaan heel diep in op hoe letters zijn opgebouwd en ook hoe je aan de slag moet gaan om zelf een lettertype te gaan ontwerpen.
Hieronder lees je wat handige bevindingen die ik daar gevonden heb.
Elke letter uit het alfabet is anders, daar moet je rekening mee houden bij het maken van een lettertype. Je kunt de letters indelen op basis van de vorm en opbouw. Uiteraard verschillen de kapitalen en de onderkastletters van vorm.
Zoals hierboven te zien is, moet bij het ontwerpen van een nieuwe letter rekening worden gehouden met zeer verschillende vormen en constructies. Een belangrijke optische correctie is het uit laten steken van ronde (en uitstekende) vormen buiten de basislijnen. Dit geldt ook voor verticale uitlijningen tussen ronde en rechte vormen.
Een optische correctie geldt ook voor de afstand tussen de letters. Het is niet mogelijk om de letters gewoon op dezelfde afstand naast elkaar te plaatsen. De letters moeten met eenzelfde ‘optisch’ wit gesteld worden. Dat betekent dat het wit voor het oog gelijk moet zijn.
Hierboven het woord ‘minimum’ in de Avenir van Adrian Frutiger. Omdat alle letters verticaal begrensd worden is de letterspatie overal gelijk. Het is een goede manier om in beginsel een prettige letterspatie te bepalen die dan vervolgens kan worden doorgezet naar de minder strak begrensde letters. In vakjargon heet dit het stellen van de letters.
Veel letters komen voort uit andere letters, daarom is het goed om te kijken met welke letters je begint. Op deze website verwijzen ze naar de werkwijze van Gerard Unger, die heeft een voorkeur om te beginnen met H, O, n, l, o, p, R, a en de g mee te nemen naar de eerste schetsen. Ik ga (natuurlijk) veel vrijer aan de gang, ik wil namelijk nog niet te specifiek op de letters ingaan, dit komt pas aan bod als ik een stijl gekozen heb en weet wat ik wil gaan uitwerken.